Na een wat aarzelend begin tussen 1865 en 1875 brak in de tien jaar die daarna volgden op de terreinen van het Gelders Spijker en het Dullertspijker een ware bouwwoede uit met een hoogtepunt in de jaren 1880 en 1881. Drijvende kracht achter deze gebeurtenissen waren de grondeigenaren en de grootste projectontwikkelaar: Hendrik Jan Heuvelink Jr., architect en steenfabrikant, zoon van de stadsarchitect die in 1853 het plan voor de uitbreiding van de stad had gelanceerd. Van het ambitieuze idee van Heuvelink Sr. om op het terrein van het Gelders Spijker een nieuwe buitensingel te graven waaraan luxe villa’s konden worden gebouwd kwam niets terecht. Zijn zoon heeft geprobeerd de ideëen van zijn vader zo goed mogelijk te realiseren. Zonder buitensingel.
Erfgenamen Hermina Coops veilen Landgoed Geldersch Spijker
De eigenaresse van het Gelders Spijker, Hermina Coops had Heuvelink Jr. aangetrokken om de gronden van het Gelders Spijker als bouwterrein te ontwikkelen. Tussen 1865 en 1875 wordt het gebied omsloten door de Parkstraat, de Kastanjelaan en de Spijkerstraat bebouwd. En grotere plannen staan op stapel.
Eind april 1879 overlijdt Hermina Coops en in december van dat jaar laten de erfgenamen wat over is van het landgoed, 3,75 ha van de oorspronkelijke 12 ha, in het openbaar veilen. Koper wordt voor een bedrag van ƒ 183.000,- de Arnhemse aannemer A.H.J. Diemont die daarmee ver uitging boven het bod van Heuvelink Jr., nl. ƒ 169.000,-. In een tijd waarin de doorsnee geschoolde arbeider met een loon van ƒ 10,- per week thuiskwam, waarvoor vaak 60 uur of meer gewerkt moest worden waren dat forse bedragen. De vooruitzichten op een positieve exploitatie moesten wel groot zijn.
Intussen zat Heuvelink Jr. niet stil. In het najaar van 1877 koopt hij een groot aantal percelen grond ten zuiden en ten oosten van het Gelders Spijker. In samenwerking met nog een grondeigenaar worden 15 ha bouwterrein ondergebracht in de Arnhemsche Maatschappij ter exploitatie van onroerende zaken. Heuvelink wordt de eerste directeur en hij ontwerpt op deze grond het plan voor de aanleg van de Boulevard. De opzet daarvan wordt een stuk ruimer dan de andere straten van het Spijkerkwartier. Het is de bedoeling dat hier overeenkomstig het plan van zijn vader ruime villa’s voor een kapitaalkrachtig publiek worden gebouwd. In 1878 biedt Heuvelink de grond nodig voor de straat en de plantsoenen, in totaal 10.000 vierkante meter, voor vier gulden de meter te koop aan aan de gemeente.
Villa’s langs Boulevard Heuvelink
Het probleem steekt misschien in de hoogte van het bedrag dat in zes jaarlijkse termijnen mag worden betaald, in ieder geval geeft het voorstel van Heuvelink aanleiding tot een principiële discussie in de gemeenteraad over de taak van de overheid in een door particulieren geëxploiteerde buurt. De meerderheid van de raad is tenslotte van oordeel dat bij stadsuitbreidingen ook naar de toekomst moet worden gekeken en verder dat aanleg van brede straten de schoonheid van de stad ten goede komt, hetgeen een openbaar belang mag worden genoemd en stemt in met het voorstel van B&W om ƒ 40.000,- ter beschikking te stellen voor het Boulevardplan. Door economische tegenwind zou het plan maar moeizaam van de grond komen. In 1889 waren zes villa’s gebouwd. Vier ervan staan er nu nog: Boulevard Heuvelink 104 t/m 110.